Het voeren van wortelen in juni speelt een belangrijke rol bij de vorming van wortelgewassen. De kwaliteit van het gewas, zijn kenmerken en kwantiteit zijn afhankelijk van de juistheid van de actie. Gedurende de gehele groeiperiode worden de planten 4 keer gevoerd. Drie ervan vinden plaats in juni en zijn de belangrijkste.
Wortelen toppen in juni
Juni dressing kenmerken
Onder de kenmerken van de teelt worden onderscheiden behoefte in de tijd De introductie van mineralen en regelmatig overvloedig water geven. In juni moet er maximale aandacht worden besteed aan het voeren van wortelen, omdat:
- Tijdens de periode van actieve groei hebben planten stikstof nodig. Deze stof wordt in overvloed aangetroffen in organische meststoffen – koeienmest, vogelpoep, onkruidinfusie met gist, evenals in chemische preparaten – nitraatnitraat of ureum.
- Tijdens het groeiseizoen hebben wortelgewassen kaliummeststoffen nodig.Dit sporenmineraal wordt aangetroffen in kaliumnitraat, kaliumpermanganaat en houtas.
- Samen met de twee voorgaande elementen heeft het wortelgewas fosfor nodig. Superfosfaat, beendermeel en nitrofosfaat bevatten een grote hoeveelheid van dit element, dus het gebruik ervan in de wortelteelt is verplicht.
De bekwame en juiste combinatie van de hierboven genoemde sporenelementen kan de groeisnelheid van wortelgewassen verbeteren. Door de balans van voedingsstoffen in de bodem wordt de oogst goed bewaard en blijven de vruchten lang sappig, geurig en zoet.
De beste samenstellingen en meststoffen
Kies meststoffen die voor u geschikt en handig zijn
Voer wortelen in juni en daarmee en bieten, verkregen met organische stoffen of met meststoffen geproduceerd in de chemische industrie. Deze laatste zijn verkrijgbaar in de vorm van oplossingen, korrels of poeders.
Van de sterk geconcentreerde mineraalcomplexen zijn de meest gebruikte samenstellingen die geproduceerd door de bedrijven Agricola, Hera, Fasko of Agrovita. Ze hebben geen speciale naam en op de verpakkingen staat ‘Om wortelen en bieten te voeren’.
Eerste voeding
De eerste voeding van wortelgewassen, incl. Bieten worden geproduceerd wanneer de plant een tweede paar echte bladeren afgeeft. Wortelgewassen worden bemest met de volgende samenstelling:
- 15 g ureum,
- 20 g kaliumnitraat,
- 15 g dubbel superfosfaat.
De resulterende hoeveelheid minerale stoffen wordt opgelost in 10 l warm water. De gang wordt bewaterd met een oplossing, waardoor wordt voorkomen dat de vloeistof de bladeren binnendringt.
Daaropvolgende bevruchting
De tweede meststof wordt 10 dagen na de eerste aangebracht.
Het is ook de wortel. De meststof wordt bereid uit de helft van de norm van de bovengenoemde stoffen, of gebruik een complex preparaat waarin fosfor, kalium en stikstof aanwezig zijn. Het bedrag wordt bepaald volgens de instructies.
De derde toepassing van meststoffen wordt 7-10 dagen na de tweede uitgevoerd. Als de eerste grondbehandeling begin juni is uitgevoerd, zal de voeding van de planten voor de derde keer eind juni of begin juli correct zijn. Deze keer worden kalium- en fosformeststoffen toegevoegd. Als er geen tekort aan bladverliezende massa is, wordt in dit stadium geen stikstofmest gebruikt.
Tekenen van een gebrek aan mineralen
Om te begrijpen welk mineraal de plant het meest nodig heeft, zie Aanbevolen mineralentekort. De meest voorkomende manifestaties:
- Kaliumtekort manifesteert zich door de nederlaag van het bovenste deel van schimmelziekten en plagen. Door de lage concentratie van dit mineraal reageren wortelgewassen op een gebrek aan vocht en stoppen ze in deze periodes met groeien.Kenmerkend voor een gebrek aan kalimeststoffen is de vorming van een compacte schil en verdichting van de kern.
- Stikstoftekort manifesteert zich door vergeling, draaien en hangen van de bovenkant. Ondergronds groeit de vrucht op dit moment dieper en groeit met een groot aantal vezelachtige wortels. Ook worden wortelgewassen zacht en verkleuren ze en produceren ze ook weinig caroteen.
- Een kleine hoeveelheid fosfor leidt ertoe dat het wortelgewas niet het juiste wortelstelsel kan vormen, dus je kunt niet rekenen op een goede oogst.
De gevolgen van het ontbreken van minerale stoffen of hun onjuiste en irrationele introductie in de bodem in bedden met wortelen zijn:
- slechte bewaring van het gewas,
- kleine vruchten,
- bittere smaak,
- gemaakt van echt kernhout,
- wortelgewassen met meerdere wortels en onregelmatige vorm.
Conclusie
Het is belangrijk om wortelen in juni te bedekken. Tijdens deze periode verbruiken wortelgewassen de maximale hoeveelheid voedingsstoffen en vormen ze het wortelstelsel.
De belangrijkste mineralen voor de plant in deze ontwikkelingsperiode zijn kalium, fosfor en stikstof. Het gebruik van kant-en-klare uitgebalanceerde en complexe samenstellingen van sporenelementen zal het mogelijk maken om het gebrek aan stoffen in de bodem op te vullen en wortelgewassen van de nodige voeding te voorzien.
